Het lukte eindelijk weer eens iets af te spreken met Raquel (Rekki), Priscilla (Pris) en Maurice (Mo). Het valt voor Mo en mij nooit mee om een gaatje te vinden in onze overvolle agenda’s. Op de een of andere manier kunnen Rekki en Pris altijd. Dat zet je toch aan het denken …… hahahahahaha! Afgelopen woensdag hadden we afgesproken bij De Kleine Prins (www.dekleineprins.nu) in Diepenheim.
De herinnering aan die keer, toen ik bijna aan de grond was vastgevroren van het lange, lange wachten in de rotkou omdat de lieverds de weg niet konden vinden, maakte dat ik ze van tevoren maar een routebeschrijving had gestuurd. Het zou mij geen tweede keer gebeuren! Ze waren deze keer dan ook keurig op tijd alleen …… het duurde tien minuten voor ze binnen waren.
Mo had zijn auto snel geparkeerd maar Rekki had nogal wat moeite om haar enorme slee (Fordje Ka) netjes in het parkeervak te manoeuvreren. Ze reed vooruit en weer achteruit, vooruit en weer achteruit (en herhaal dat nog maar een keer of tien), woest draaiend aan het stuur. Na een tijdje het gestunt aangezien te hebben, waarin we dubbel lagen van het lachen, kon Mo het niet langer meer aanzien. Hij sleurde Rekki uit haar auto en parkeerde haar bolide in no-time in het vak.
Onder het genot van een Stormram, Zwijnejacht, King Arthur (zie de menukaart op de website) en nog meer lekkers zaten we urenlang bij te kletsen en te lachen. Gelukkig dat het niet erg druk was want we waren af en toe behoorlijk luid. Na de koffie/thee hingen we nog een tijd aan de bar te kletsen met Wilma en Tjeerd (eigenaren van De Kleine Prins). Het was weer een superleuke avond en zeker voor herhaling vatbaar!
Patrick is in Bangladesh voor zijn werk. Hieronder beschrijft hij zijn indrukken van de eerste dag in Dhaka.
Vandaag heb ik Bangladesh voor het eerst bij daglicht gezien. De indrukken zijn echt overweldigend. Je zou het eigenlijk moeten filmen. Wat je hier allemaal ziet gebeuren kun je niet in woorden uitdrukken.
Op straat is het een grote chaos, één grote claxoneer partij. Het belangrijkste onderdeel op een auto is de toeter. Maakt niet uit of je geen spiegels hebt, lampen, of je hele zijkant in puin ligt, zolang de claxon werkt kun je rijden. In het midden van de weg (die ontworpen is als vierbaans maar de strepen zouden er net zo goed niet kunnen staan) is een betonnen rand en af en toe is die onderbroken. Daar schieten dan auto's links en rechts de baan over omdat ze links- of rechtsaf moeten. Dan nog voetgangers die onverwachts de straat over steken. Al met al een feest! :)
De powerplant is in een klein plaatsje net buiten Dhaka genaamd Tongi. Dit plaatsje is aan de andere kant van de rivier. Langs die rivier staan huisjes van golfplaten op bamboe palen. Het plaatsje Tongi heeft onverharde wegen van een meter of 4 breed waar drie rijen riksha's zich een weg proberen te banen door de blubber en onze chauffeur met vijftig km/h langs probeert te denderen. Het is echt verbazingwekend dat we zonder iemand te raken bij de plant aankomen.
De powerplant ligt midden tussen de huizen, kun je voorstellen dat zoiets in Nederland wordt gedaan? Tientallen mannen en vrouwen zijn bezig met een muur om het terrein en bestrating. Er staat net buiten het hek een betonmolen en met uitgeklopte oliedrum bodems wordt het beton op het hoofd gedragen. Het is verbazingwekkend hoe ze met niets toch rechte muren weten te maken die er echt strak uitzien.
Ik krijg een rondleiding van Michael, hij is een Ier en een echte toffe vent. Alle kinderen van de arbeiders op de plant krijgen dagelijks iets te eten van hem, hij geeft ze fruit of 2 Taka en daar kunnen ze goed van eten (1 euro = 77 Taka). Dan starten we met het werk.
Rond tien uur gaan we een bakje thee drinken in een klein winkeltje, een paar meter van de plant vandaan. Michael koopt bananen voor de kinderen. De thee en zes bananen kosten bij elkaar 10 Taka. Voor de lunch gaan we rond een uur of twaalf weer terug naar het hotel en genieten daar van een bangladeshi buffet met rijst, kip en vis. Het lijkt heel erg op indiaas. 's Middags werk ik verder aan de regeling en tegen een uur of vijf heb ik 'm op m'n laptop draaien en kan ik ze laten zien (gesimuleerd) dat het werkt.
Rond half zes gaan we weer terug naar het hotel, het is dan al donker. Behoorlijk spannend weer om tussen al die onverlichte riksha's door te sjeesen. Onderweg passeren we een aantal tot de tanden bewapende mannen, gekleed in het zwart met op hun rug de letters R P. Dit staat voor Rat Patrol, het zijn executie teams die gezochte personen zonder pardon op straat afmaken. Je ziet dat de mensen bang voor ze zijn, ze lopen met een grote boog om ze heen.